Het thema luidt ‘Ja, ik geloof’. Marta's woorden aan Jezus geven uiting aan haar teleurstelling over zijn late komst en er klinkt misschien ook een vleugje verwijt in door: "Als u hier was geweest, Heer, zou mijn broer niet gestorven zijn" (vers 21). Maar ze zegt vrijwel direct daarop: "Maar zelfs nu weet ik dat God U alles zal geven wat U vraagt" (vers 22). Wanneer Jezus haar verzekert dat haar broer zal opstaan (vers 23), bevestigen: "Ik weet dat hij bij de opstanding op de laatste dag zal opstaan" (vers 24). Jezus leidt haar een stap verder, door zijn macht over leven en dood en zijn identiteit als de Messias te onthullen. "Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, en ieder die leeft en in mij gelooft zal nooit sterven" (vers 25-26). Na deze bijzondere verklaring daagt Jezus Marta uit met een zeer directe en persoonlijke vraag: "Geloof je dat?" (vers 26). En Marta zegt: ‘Ja, ik geloof’.
Terug naar alle evenementen